Welkom Collega's!
moderne telefooncentrale

Hier leg ik u uit hoe een Moderne telefooncentrale werkt.

Een telefooncentrale is een installatie waarmee het mogelijk is telefoontoestellen zo te verbinden dat een gesprek mogelijk wordt. De telefooncentrale bevindt zich doorgaans op een centrale plek ten opzichte van de aangesloten toestellen. Telefooncentrales bestaan in verschillende groottes en functionaliteit: huistelefooncentrale, bedrijfscentrale, lokale centrale, transitcentrale, interconnectiecentrale. Centrales kunnen analoog of digitaal zijn, en gebruikmaken van koper-, glasvezel- en/of radioverbindingen.

Grote centrale met meer telefonistes
Grotere handbediende centrale

Bij grotere telefooncentrales (meer dan 15 000 abonnees) is dit systeem niet meer werkbaar. De panelen worden te groot en de telefonistes krijgen het te druk. Er zijn meer telefonistes nodig. Er zijn bijvoorbeeld twaalf telefonistes en 45 000 abonnees. Elke telefoniste heeft op haar paneel 15 000 klinken voor uitgaande gesprekken en 3750 klinken voor inkomende gesprekken. De afbeelding toont een derde deel van deze centrale (er zijn in werkelijkheid veel meer klinken dan de afbeelding toont) met de panelen van vier telefonistes. Elke abonnee is verbonden met de inkomende klink van 'zijn eigen' telefoniste (op een geel paneel onder) en met de uitgaande klink van vier telefonistes (op een wit paneel boven). Een telefoniste kan een verbinding tot stand brengen tussen een inkomende klink van haar eigen paneel en een uitgaande klink van haar eigen paneel of van het paneel van haar collega's links en rechts. Nu kan een telefoniste niet direct zien of een aansluiting bezet is, maar hiervoor is een eenvoudige oplossing: de telefoniste tikt even met de tip van de stop tegen de ring van een klink. Hoort ze dan een klikgeluid, dan weet ze dat de aansluiting bezet is.

Een dergelijke telefooncentrale hoeft niet volledig bemand te zijn. Op rustige tijden kan een telefoniste twee of meer panelen tegelijk bedienen.

De huidige telefooncentrales werken digitaal. Zo wordt data bij een ISDN-aansluiting digitaal aan de centrale aangeleverd. Bij een analoge of PSTN-aansluiting wordt het signaal in de centrale gedigitaliseerd, dat wil zeggen in bits omgezet.

In beide gevallen is er sprake van een signaal met een bitsnelheid van 64 kbit/s. Het voordeel van een digitaal signaal is dat ruis en storing, zolang ze onder een bepaalde drempelwaarde blijven, geen merkbare gevolgen hebben.

Een PABX (Private Automatic Branche Exchange) is een bedrijfscentrale die het verkeer binnen een bedrijf afhandelt.

Om kabelcapaciteit te winnen, is de reikwijdte van een centrale beperkt. Men spreekt dan van lokale centrales. Deze zijn onderling verbonden via een transitcentrale. Tussen transitcentrales spreekt men niet van lijnen maar van trunks. Via die trunks kunnen mensen van lokale centrale x via transit 1 en transit 2 praten met mensen aangesloten op lokale centrale y.

Tenslotte kunnen transitcentrales ook nog verbonden zijn via een interconnectiecentrale. Deze interconnectiecentrales geven verbindingen tot een internationale centrale. In 2003 waren deze interconnectiecentrales ook de verbindingen tussen de netwerken van de verschillende nationale telecombedrijven.

Telecommunicatie en datacommunicatie krijgen steeds meer overlap. De werelden groeien naar elkaar toe. De nieuwste types telefooncentrales maken gebruik van datacommunicatienetwerken en de internetprotocollen (IP). Deze centrales worden VoIP-centrales (Voice over IP) genoemd.